REPORTAGE
Riorama 46 – juni 2024
Samen richting zuiver en weerbaar water
VLARIO-dag 2024 reikt concrete handvaten aan
In het streven naar een waterrobuust en klimaatadaptief Vlaanderen werden de voorbije jaren al talrijke acties ondernomen en plannen opgemaakt. Vandaag is het tijd om de ad hoc en veelal reactieve ingrepen, de onderzoeksprojecten en de demonstraties op te schalen. Tijdens de 31ste VLARIO-dag schotelde het Vlaamse kenniscentrum en overlegplatform voor hemelwater- en afvalwaterbeheer haar leden, lokale besturen, studiebureaus en aannemers dan ook zoveel mogelijk concrete tools en handvaten aan.
De VLARIO-dag vond plaats op 26 maart en kopte dit jaar met de vraag “Burgemeester, kiest u ook voor zuiver en weerbaar water?” Op de beursvloer van Antwerp Expo presenteerden een vijftigtal exposanten de fysieke oplossingen die ze voor dat complexe vraagstuk aanbieden, maar ook het lezingenprogramma stond met beide voeten in de spreekwoordelijke modder. Naar goede gewoonte werd dat geopend door Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir.
Van reactieve acties tot duurzame oplossingen
Demir merkte op dat de uitdagingen van weerbaar en zuiver water in Vlaanderen, ondanks de vele acties, toch nog onderschat worden. Opdat de stappen die al gezet werden de volgende legislatuur niet bij het vuilnis belanden, kondigde ze op de VLARIO-dag dan ook de goedkeuring van het Blue Deal decreet aan. “Dat houdt in dat elke regering een investeringsprogramma voor water zal moeten vastleggen. Het werk is immers nog niet af. We moeten blijven inzetten op zowel een goed rioolbeheer als het optimaal vasthouden van regenwater.” VLARIO-voorzitter Patrick Willems beaamde die boodschap. Hij illustreerde dat onze bodem lang niet gewapend is tegen de uitdagingen van heden en toekomst. “Tijdens droge periodes slinken onze waterreserves veel te snel. Om dat te voorkomen is het essentieel dat we meer infiltreren enerzijds en drainage en oppervlakteafvoer beperken anderzijds.”
Water en oplossingen om schaarste tegen te gaan zijn er volgens Willems genoeg – denk aan wetlands, kleinschalige landschapselementen, regelbare stuwen, … – maar het is belangrijk om tot een gerichte aanpak te komen. “We zien dat er vooral na incidenten pogingen worden ondernomen om actieprogramma’s te versnellen. Bovendien heeft men de neiging om dan voor de meest zichtbare oplossingen te kiezen. Alleen zijn dat niet noodzakelijk de juiste oplossingen. We moeten evolueren van een reactieve verzameling van intuïtief gestuurde acties naar een duidelijke regie met taakgerichte doelstellingen, een rechtszeker uitvoeringskader en aandacht voor duurzame en kostenefficiënte oplossingen voor de lange termijn.”
Weerbaar water
Een belangrijk instrument in het streven naar een weerbaar watersysteem zijn de hemelwater- en droogteplannen. Tegen eind 2024 moet elke Vlaamse gemeente die nog een beroep wil doen op watergerelateerde subsidies zo’n plan op tafel hebben liggen. “Wie zo’n plan opmaakt louter en alleen voor de subsidies, kan het maar beter meteen in de vuilbak gooien”, pakte Martin Lelie, sectorhoofd Grondgebiedzaken in Sint-Gillis-Waas, stellig uit. Hij illustreerde hoe het hemelwater- en droogteplan in zijn gemeente tot uitvoering wordt gebracht en hoe daarvoor zowel intern als extern draagvlak gecreëerd wordt.
“In de gemeente staat of valt alles met deskundig en gepassioneerd personeel, dat als waterambassadeur op zoek gaat naar koppelkansen en ze ook daadwerkelijk weet te benutten. Zo werd de herinrichting van twee schoolterreinen op ons grondgebied aangegrepen om tegelijk het waterverhaal te versterken.” Om ook burgers en bedrijven mee te krijgen, zet Sint-Gillis-Waas in op zichtbaar water, kennisdeling en een consequent beleid. “Regels zijn regels, en je moet durven om zowel goed als slecht nieuws te brengen. Enkel zo kan je vertrouwen winnen. Om te voorkomen dat projecten door tegenstrijdige belangen verzanden, is een goed getimed overleg essentieel.”
Riet Lismont van VLARIO vertelde verder welke concrete acties en technologieën burgers kunnen inzetten om regenwater en tweedecircuitwater beter te benutten. Uit het COOCK-project ‘Waterbewust Bouwen’ bleek immers dat daarmee al snel 60% van het huishoudelijke waterverbruik ingevuld zou kunnen worden, goed voor een besparing van 150 miljoen m3 drinkwater per jaar. “Op vlak van technologie zijn de mogelijkheden legio; het grootste knelpunt is om ze uitgevoerd te krijgen. Daarom formuleerden we met de projectpartners niet alleen een reeks aanbevelingen voor de overheden, maar publiceerden we ook een code van goede praktijk.”
Zuiver water
Tijdens de lezingen van Geert Wellens (Aquafin) en Kris Van den Belt (VMM) kregen rioolbeheerders te horen hoe ze de saneringsgraad in het buitengebied kunnen versnellen en wat ze van de vernieuwde Europese Richtlijn Stedelijk Afvalwater mogen verwachten. Wellens gaf daartoe een update over de beslissingsondersteunende toolbox decentrale zuivering, die aangewend kan worden om per project de ecologische en economische impact van een bepaalde techniek te beoordelen. Van den Belt toonde dat ook de nieuwe Europese Richtlijn iets over decentrale zuivering te zeggen heeft. “Collectieve systemen zullen ook in agglomeraties tussen 1.000 en 2.000 inwonerequivalenten (ie) de norm moeten worden; individuele systemen kunnen er enkel nog onder heel specifieke voorwaarden.”
Tegelijk verhoogt in de nieuwe richtlijn de focus op overstorten, verontreinigd hemelwater en micropolluenten. “Agglomeraties boven de 100.000 ie moeten tegen eind 2033 een integraal beheersplan stedelijk afvalwater opstellen; voor agglomeraties tussen 10.000 en 100.000 ie moeten eerst de risicopunten in kaart gebracht worden. Een gelijkaardige aanpak is er wat betreft micropolluenten. Daarvoor wordt vastgelegd dat alle RWZI’s > 150.000 ie tegen 2045 met een quaternaire zuivering uitgerust moeten zijn. Voor de zuiveringen tussen 10.000 en 150.000 ie is er een risk based approach.”
Dat er nog heel wat investeringen nodig zullen zijn, staat vast. Het financiële plaatje dat Wim Van Gils (VLARIO) schetste, toont echter nog een aantal hiaten. “We kunnen proberen om kostendrijvers te beperken door de ruimtelijke ordening te verbeteren en procedures te vereenvoudigen, maar willen we het stelsel effectief in stand houden, uitbreiden en verbeteren, dan zijn extra middelen noodzakelijk. Daarvoor kijken we naar Vlaanderen, maar ook naar de integrale waterfactuur en bijvoorbeeld een infiltratiebonus.”
Waterdebat
Afsluiten deed de VLARIO-dag zoals steeds met een panelgesprek, dat dit jaar een politiek tintje kreeg. Robrecht Bothuyne (CD&V), Freya Perdaens (N-VA), Mieke Schauvliege (Groen), Willem Frederik Schiltz (Open VLD), Kris Verduyckt (Vooruit) en Lode Vereeck (Vlaams Belang) gaven er hun visie over financiering, infrastructuurplanning en de uitvoering van hemelwater- en droogteplannen. VLARIO-directeur Wendy Francken vatte de belangrijkste conclusies van het gesprek, en bij uitbreiding de dag, samen: “Iedereen beaamt dat er meer ruimte aan water gegeven moet worden en dat daarvoor op alle niveaus samenwerking en overleg nodig is. Er is ook een duidelijke consensus dat er nood is aan meer financiering en een integrale infrastructuurplanning, al staat het nog ter discussie onder welke vorm dat precies moet gebeuren. Waar de partijen het in ieder geval wel over eens zijn, is dat de kerntaak voor het hemelwaterbeheer bij de lokale besturen ligt. Zij moeten zich opwerpen als regisseur van het openbare domein. Zo werken we samen verder aan zuiver water.”
Innovaties op de beursvloer
De VLARIO-dag zou de VLARIO-dag niet zijn zonder bruisende rioleringsbeurs. Daar waren zowel jaarlijkse exposanten als enkele nieuwe gezichten terug te vinden.
Michel Vermeire stelde voor EJ een nieuwe generatie putdeksels voor. “STRETO bestaat uit een gietijzeren kader en een D400 deksel uit composiet. Dat materiaal is de helft lichter en uitermate goed bestand tegen corrosie. Bovendien kan het in alle kleuren geproduceerd worden, zodat het zich mooi aan de bestrating kan aanpassen.”
Op de stand van Lithobeton gaf Ruben Degryse van Cotek BV uitleg over zijn epoxycoatings voor beton. “We zijn de enige firma in België die zo’n coating met Benor-keuring kan voorleggen, en dat voor zowel manuele als machinale applicatie. Dat we op de stand van Lithobeton staan, is niet toevallig. We ontwikkelden namelijk samen de LITHOCOAT buis voor DWA. Die werd vorig jaar voor het eerst voorgesteld, maar ons partnership gaat al terug tot 2007.”
ACO stelde dan weer een integraal watersysteem voor de openbare ruimte voor. Chris Beeren: “Het systeem combineert een waterzuivering voor regenwater met een ondergronds buffer- en infiltratiesysteem alsook een bevloeiing voor de beplanting. Door het vochtgehalte in de verschillende plantvakken te monitoren, krijgen planten nooit te veel of te weinig water. Wat overblijft, wordt in de bodem geïnfiltreerd.”
Ook Riopro toonde – net als voorgaande jaren, overigens – een oplossing voor regenwaterbeheer. Jurgen Sermijn: “We bieden een vier-in-éénoplossing waarmee regenwater getransporteerd, gereinigd, gebufferd en indien nodig afgevoerd wordt. Belangrijk daarbij is dat verontreinigingen die met afstromend regenwater meekomen verwijderd worden alvorens het water in de bodem terechtkomt. Het grove slib wordt meteen in de startput opgevangen, terwijl het fijne slib in het lange transporttraject de kans krijgt om te bezinken.”
Op de stand van Pipe Consult trok vooral de Drain-Jet Robotics de aandacht. “Met deze ultra hogedruk-waterstraaltechniek (40 l/min bij 1.500 bar) kan men snel, veilig en accuraat grote obstakels en afzettingen zoals wortels, kalkafzettingen of beschadigde liners uit ondergrondse buizen wegsnijden”, aldus Grégory Vanasschen. “Dat kan bij DN150 tot DN1200 en ongeacht de vorm.”
Tekst: Elise Noyez
Foto’s: VLARIO