REPORTAGE
Riorama 46 – juni 2024

Streven naar waterinfiltratie binnen het geheel van natuurinclusief werken

Samen streven naar een groenere en duurzamere leefomgeving, is een verantwoordelijkheid waarin de lokale overheden een pioniersrol kunnen spelen. Vanaf nu kunnen ze hun ecologische intenties aantonen door zich te engageren voor het NIWE-label (label voor Natuurinclusief Werken), een managementsysteem voor steden en gemeenten. Dat vereist op zijn minst dat ze inspanningen doen volgens Standaardbestek 250, dat sinds vier jaar ook voorschriften voor ondergrondse waterinfiltratie omvat.

Door Bart Vancauwenberghe

“Het NIWE-label biedt openbare besturen, zoals steden en gemeenten, een leidraad voor een natuurinclusieve aanpak van de publieke ruimte”, stipt Karl Fonteyne, business developer bij de certificatie-instelling COPRO, aan. “Het stipuleert onder meer dat het natuurinclusief werken wordt vastgelegd in het beleid, het hanteren van principes van natuurtechnische milieubouw, aandacht voor waterhuishouding, biodiversiteit, klimaatadaptatie, enzovoort.”

Pioniers per provincie

Het label op zich is vrij nieuw, er vond het afgelopen jaar achter de schermen wel al heel wat overleg en voorbereiding plaats. “De voorschriften werden recent goedgekeurd door alle betrokken partijen, intussen hebben we het NIWE-label al bekendgemaakt op een aantal beurzen. Het label is vrijwillig en wil vooral een nieuwe mindset ‘installeren’. De bedoeling is dat steden en gemeenten via ontwerp en onderhoud op een kwalitatieve manier inzetten op het integreren en bevorderen van de natuur in haar publieke ruimte. In eerste instantie streven we naar pioniers in elke provincie, zodat we geleidelijk aan een netwerk van gelijkgestemde entiteiten kunnen creëren, die van elkaars ervaringen kunnen leren. In een latere fase kunnen ook studiebureaus het label behalen, bijvoorbeeld omdat het als een selectiecriterium voor het binnenhalen van openbare aanbestedingen zou kunnen fungeren. Het label is drie jaar geldig met een jaarlijks toezicht. COPRO staat in voor de certificatie. Na deze periode wordt een hercertificatie-audit ingepland.”

Het label vraagt onder meer dat alle openbare werken op zijn minst worden uitgevoerd volgens Standaardbestek 250. “Sinds vier jaar zijn in SB 250 ook vereisten voor ondergrondse waterinfiltratie opgenomen”, pikt Certification Manager Andie Dedoncker in. “Toch worden dergelijke werken momenteel nog niet altijd volgens die normen uitgevoerd, omdat de vergunning werd verleend toen de ondergrondse infiltratie nog niet tot SB 250 behoorde.”

Uitvoeringscertificatie infiltratie

Vlaanderen koos om eerst de uitvoeringscertificatie voor ondergrondse infiltratie op punt te stellen via vergaderingen van de Adviesraad Ondergrondse Infiltratievoorzieningen met alle betrokken stakeholders. “Deze certificatie is uitsluitend voor aannemers bestemd”, vervolgt Andie. “Daarmee bewijzen ze dat ze werken uitvoeren volgens het in SB 250 opgenomen PTV 8003 (technische voorschriften). Op termijn is het de bedoeling dat lokale overheden hun investeringen in ondergrondse infiltratievoorzieningen alleen nog laten uitvoeren door aannemers die het certificaat hebben behaald.”

Intussen vonden al een aantal vergaderingen plaats met het oog op het vastleggen van technische voorschriften voor bovengrondse infiltratievoorzieningen. “Dat gebeurt in overleg met de overheid, het OCW (Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw) en andere stakeholders. In de huidige Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater (GSVH) ligt het accent op ondergrondse infiltratie, maar in het NIWE-label zal het accent op bovengrondse liggen. Zo willen we lokale overheden stimuleren om, indien mogelijk, wadi’s (waterafvoer door drainage en infiltratie) aan te leggen”, besluit Karl Fonteyne.