REPORTAGE
Riorama 47 – oktober 2024
De gevolgen van het Vlaams uitvoeringsbesluit gemeentelijke saneringsplicht
Het nieuw uitvoeringsbesluit over de gemeentelijke saneringsplicht is van kracht sinds 18 april. Het vormt het fundament voor de saneringsverplichtingen in Vlaanderen. Maar wat betekent dit concreet voor de rioolbeheerder?
Zes belangrijke openbare dienstverplichtingen
De Vlaamse Regering wil de verantwoordelijkheden en doelstellingen voor de rioolbeheerders verankeren in zes openbare dienstverplichtingen: minimale zuiveringsgraad en uitbouw openbare riolering; collectief aanbod voor individuele behandelingsinstallaties (IBA’s); verminderen van overstortwerking; hemelwater- en droogteplan in elke gemeente; continuïteit van dienstverlening bij storingen en calamiteiten; en goede toestand van riolen door assetmanagement.
Eén verantwoordelijke instantie
Voor de toezichthouder, de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) zal één instantie de eindverantwoordelijkheid dragen voor de opgelegde verplichting. Deze eindverantwoordelijkheid wordt vastgelegd in de saneringsovereenkomst tussen het waterbedrijf en de gemeentelijke rioolbeheerder. Hiervoor wordt een nieuwe modelovereenkomst opgesteld. Gemeenten die zelf hun riolen beheren, kunnen dienstverleningscontracten afsluiten met derden.
Fusiegemeenten die in sommige deelgemeenten zelf de riolen beheren en in andere samenwerken met een rioolbeheerder, zullen moeten afspreken wie de eindverantwoordelijkheid voor de hele gemeente draagt en daarmee het aanspreekpunt is voor VMM.
Uitbreiding rioolnetwerk en beheer individuele behandelingsinstallaties voor afvalwater
De rioolbeheerder moet het rioolnetwerk uitbreiden volgens de reductiedoelen uit de stroomgebiedbeheerplannen. Tegen 31 december 2027 moet elke gemeente een zuiveringsgraad van minstens 50% halen, tenzij aansluiting op een collector niet mogelijk is en nieuwe lozingspunten onwenselijk zijn.
Daarnaast moeten rioolbeheerders moeten een aanbod uitwerken voor het collectief plaatsen en beheren van Individuele Behandelingsinstallaties voor afvalwater (IBA’s) en dit opvolgen.
Meerjarenplannen
Rioolbeheerders moeten een meerjarenplan voorleggen aan VMM. De meerjarenplannen voor de periode tot eind 2027 moeten uiterlijk eind oktober 2024 worden voorgelegd aan VMM. Vanaf 2025 wordt het tweede meerjarenplan afgestemd op de beleids- en beheercyclus van gemeenten. De Vlaamse overheid beoordeelt deze plannen. Het plan moet vervolgens gerealiseerd worden op het niveau van doelstellingen.
Dat betekent dat projecten kunnen verschuiven, maar reductiedoelen moeten behaald worden. VMM houdt toezicht op de realisatie van de plannen. Bij niet-naleving zonder geldige reden, kan de Vlaamse overheid handhaven door saneringsmiddelen te blokkeren of kunnen toezichthoudende ambtenaren voor een bepaalde periode bevelen geven over hoe deze middelen moeten worden aangewend.
Meldingsplicht en assetmanagement
Grote onderbrekingen of calamiteiten in het rioolnet moeten voortaan worden gemeld aan VMM. Derden die schade veroorzaken aan de riolering moeten dit melden aan de rioolbeheerder. VMM is momenteel bezig om samen met de sector de procedures hieromtrent vast te leggen. Voor het assetmanagement zijn bepalingen zoals risico-inschattingen en camera-inspecties nu juridisch verankerd.
VMM, Aquaflanders, Vlario en VVSG organiseerden webinars om de nieuwe regels toe te lichten. Deze zijn beschikbaar op de website van VMM (link).