COLUMN
Riorama 52 – december 2025
Toekomstgericht waterbeleid begint bij kwaliteitsvolle bronnen
De waterbedrijven in Vlaanderen vervullen een essentiële maatschappelijke opdracht: ze zorgen ervoor dat kraanwater van hoge kwaliteit altijd en overal beschikbaar is, tegen een betaalbare prijs. Ook in een sterk veranderende context, met nieuwe risico’s die zowel de waterkwaliteit als de -kwantiteit beïnvloeden, blijven zij deze opdracht trouw. Dat vereist doordachte en toekomstgerichte actie.
Klimaatverandering zorgt voor langere droge periodes, met een groeiende impact op de waterbeschikbaarheid in Vlaanderen. Vooral in de lente en zomer nemen neerslagtekorten toe. Die verminderde beschikbaarheid heeft ook gevolgen voor de kwaliteit van de ruwwaterbronnen voor drinkwaterproductie. Als het debiet van waterlopen daalt, neemt de concentratie van verontreinigende stoffen toe. In sommige regio’s leidt dit bovendien tot verzilting. Naast deze klimaatgebonden risico’s blijven ook historische en actuele verontreinigingen – zoals pesticiden en PFAS – een belangrijke uitdaging.
Om ervoor te zorgen dat ook toekomstige generaties kunnen rekenen op kwaliteitsvol kraanwater, wordt volop gewerkt aan een geactualiseerd strategisch plan voor de waterbevoorrading in Vlaanderen.
In dit plan voorzien de waterbedrijven bijkomende investeringen om de robuustheid van de drinkwatervoorziening verder te versterken – investeringen waarop in de toekomst verder gebouwd kan worden. Hoe ze daarbij de impact en efficiëntie van hun inspanningen maximaliseren, kon u eerder lezen in Aquarama nr. 105 (oktober 2024).
Een belangrijke pijler in dit plan is bronbescherming. De kwaliteit van de ruwwaterbronnen moet verzekerd blijven om drinkwater te kunnen produceren tegen een betaalbare prijs.
In een ideale wereld zijn onze ruwwaterbronnen vrij van verontreiniging. Maar Vlaanderen is een kleine, dichtbevolkte en sterk geïndustrialiseerde regio met intensieve landbouw. Dat zorgt voor een aanzienlijke druk op de ruwwaterkwaliteit. Daarom is het cruciaal om vervuiling maximaal te voorkomen. Dat is immers veel effectiever en duurzamer dan saneren.
Een degelijk preventiebeleid vraagt om strikte naleving van de regels, een snelle respons op ongewenste situaties en passende maatregelen om verontreinigingen te voorkomen. Dat vergt een duidelijk wettelijk kader én intensieve samenwerking tussen sectoren en overheden.
Daarnaast is het belangrijk om stofspecifieke risico’s tijdig te detecteren en gepaste maatregelen te nemen. Extra zuivering door de waterbedrijven blijft de allerlaatste optie. De sector pleit er bovendien voor om de kosten van dergelijke zuivering niet door te rekenen aan de consument, maar aan de vervuiler.
Bron: Aquaflanders
