REPORTAGE  
Riorama 42 – juni 2023

Droogte vraagt aanpak aan de bron

Dertigste VLARIO-dag is drukst bijgewoonde editie ooit

Het is inmiddels een gewoonte geworden. Tijdens de VLARIO-dag krijgen burgemeesters een prangende vraag in de schoot geworpen. “Burgemeester, wat kan u doen als de extreme droogtes blijven komen?” klonk het dit jaar. Al hadden uiteraard niet alleen de notabelen van het gemeentebestuur oren naar de antwoorden. De dertigste VLARIO-dag kon rekenen op een enorme opkomst van zowel burgemeesters en schepenen als studiebureaus, intercommunales, enzovoort. In totaal kreeg Antwerp Expo op 28 maart zo maar liefst 1.088 mensen over de vloer.

Niemand die een droge zomer vandaag nog als een unicum kan beschouwen, natuurlijk. Zoals VLARIO-voorzitter Patrick Willems tijdens het evenement illustreerde, bouwden we tijdens maar liefst vijf van de afgelopen zes jaar in sneltempo een cumulatief neerslagtekort op, overeenkomstig met situaties die vroeger slechts één keer in de twintig of zelfs vijftig jaar voorkwamen. Ook de gevolgen kennen we inmiddels: captatieverboden, een dreigend tekort aan drinkwater, een stagnatie van de verbetering van de waterkwaliteit, … “Het water is verontwaardigd”, verwoordde Ignace Schops van Bond Beter Leefmilieu het ook – iets poëtischer, maar daarom niet met minder urgentie. “Alles wat ervan moet leven, zit in de problemen. Het is hoog tijd dat we water leren herwaarderen.”

Waterzekerheid

Droogte is echter geen alleenstaand probleem, benadrukte Willems nog. Ook de frequentie van hoge neerslagintensiteiten is de voorbije jaren toegenomen. “Een bui die voorheen om de twintig jaar plaatsvond, en waarop onze rioleringen gedimensioneerd zijn, doet zich inmiddels om de vier à vijf jaar voor. Zoals we eerder al in rapport Weerbaar Waterland aangaven, hebben we daarom een geïntegreerde aanpak nodig voor zowel droogte als wateroverlast, een streven naar waterzekerheid.”

Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir, die de studiedag mocht openen, uitte alvast haar appreciatie voor Weerbaar Waterland en onderstreepte dat de Vlaamse Regering met de Blue Deal sterk inzet op zowel circulair watergebruik als het versterken van de sponsfunctie van het landschap.

Een zaak van het land

Dat water veel meer nog dan een zaak van de rivieren, een zaak van het land is, zoals Schops het benoemde, blijkt in ieder geval ook uit de oplossingen die Willems naar voren schoof. Hebben we hemelwater de voorbije decennia vooral afgevoerd, dan bestaat een centrale strategie voor waterzekerheid erin om hemelwater net maximaal ter plaatse te houden. En dat vergt vooral een aanpassing aan onze ruimtelijke ordening. “Vandaag stroomt ongeveer 60% van het beschikbare hemelwater versneld af naar de zee. Willen we aan klimaatadaptatie doen, dan moeten we minimum 10% extra vasthouden of besparen. Daarvoor zullen we extra moeten inzetten op zowel infiltratie als hergebruik én drainage moeten beperken. Niet middels klassieke end-of-pipe oplossingen; wel door een aanpak aan de bron. Zo moeten we bijvoorbeeld in vraag durven stellen of een regenwaterleiding wel overal nodig is.”

Is hemelwater de sleutel?

Volgens Wim Van Gils, voorzitter van de werkgroep Beleid & Financiering, is die vraag overigens niet alleen van belang voor klimaatadaptatie, maar ook voor klimaatmitigatie. Hij lichtte toe welke maatregelen de sector kan nemen om haar eigen klimaatimpact te reduceren en er zo voor te zorgen dat de situatie niet verder escaleert. Vooral het uitfaseren van septische putten – goed voor maar liefst 46% van de uitstoot van de sector – lijkt daarvoor een efficiënte strategie, maar ook de bouw van nieuwe infrastructuur en het energieverbruik van installaties kan gerust nog beperkt worden. “Net daar zorgt de afkoppeling van hemelwater voor potentieel grote winsten. Installaties zullen daardoor immers kleiner gedimensioneerd kunnen worden.”

Uitdagingen voor de rioleringssector

Het herdenken van de regenwaterafvoer en de verduurzaming van de eigen activiteiten zijn slechts enkele van de uitdagingen in de strijd voor waterzekerheid. Zo blijven ook de doorlooptijden van rioleringsprojecten na al die jaren een heikel punt. “Ondanks de oprichting van de werkgroep Projectmanagement vijf jaar geleden en de ambitie om de doorlooptijd in die periode te halveren, ligt het gemiddelde vandaag nog steeds op acht jaar”, gaf werkgroepvoorzitter Carl Verelst toe. Tijdens een panelgesprek met Kathy Vandenmeerschaut (Agentschap Wegen en Verkeer), Jan Goossens (Aquafin) en Kris Snijkers (VVSG) ging Verelst na wat nodig is om toch die ambities te halen. Een bijsturing van de omgevingsvergunning, een uniformisering van het overleg en een herijking van de financiële middelen in functie van effecten komen daaruit als cruciale noden naar voren.

Minister Demir riep dan weer op om investeringen in de riolering te versnellen. “Riolering is vooruitgang. Het is inzetten op de gemeenschap. En toch worden de beschikbare budgetten voor Vlaamse rioleringsprojecten nog steeds onderbenut.” Het optrekken van de rioleringsgraad is, naast het stroomlijnen van de waterloopbeheerders in één waterschap en een gelijkaardige evolutie naar één Vlaamse drinkwatermaatschappij, volgens de minister dan ook een van de drie grootste uitdagingen voor Vlaanderen.

Nieuwe tools voor lokale besturen

Geert Wellens (CIW) nuanceerde dat vooral de complexe rioleringsprojecten vandaag nog overblijven, en dat antwoorden daarop niet altijd gemakkelijk te bieden zijn. Onder meer de keuze tussen een centrale of een decentrale zuivering is voor lokale besturen een moeilijk vraagstuk. Precies daarom werkt de CIW Werkgroep Decentrale Zuivering aan een beslissingondersteunende toolbox. Op basis van informatie over twintig decentrale technieken en de specifieke parameters van het project, rangschikt deze applicatie de verschillende technische mogelijkheden, inclusief een klassieke aansluiting op de centrale RWZI, van meest naar minst relevant. “De tool moet weliswaar nog uitgebreid worden en is bijgevolg nog niet publiek beschikbaar”, gaf Wellens toe, “maar besturen kunnen hun vragen wel al aan CIW overmaken voor analyse.”

Een tool die wel al gebruikt kan worden, is het vernieuwde en geprofessionaliseerde groenblauwpeil. Na een stand van zaken over het COOCK-project Waterbewust Bouwen, gepresenteerd door Veerle Depuydt (Vlakwa), lichtte Vincent Wolfs (VLARIO) toe hoe niet alleen burgers, maar ook lokale besturen vanaf heden van de tool gebruik kunnen maken. “De professionele versie biedt meer diepgang en laat toe om onder meer verschillende projectversies te vergelijken en publieke projecten te evalueren. Daarenboven kan ze gebruikt worden om de verplichtingen uit het Lokaal Energie en Klimaatpact op te volgen.”

In de prijzen

Naar goede gewoonte werd tijdens de VLARIO-dag ook de VLARIO Innovatieprijs uitgereikt. Die ging naar Aquafin voor de aanleg van een infiltratievoorziening voor een T20 bui onder de wegenis. Als fijne toemaat kon iemand uit het publiek zich via een interactieve quiz nog tot Slimste Rioleringsmens laten kronen. Diederik De Bruyn van AquaFlanders wist als snelste correct op alle vragen te antwoorden en nam de trofee mee naar huis.

Innovatieve rioleringsbeurs

Naast een boeiende studiedag, is de VLARIO-dag natuurlijk ook een jaarlijkse rioleringsbeurs. Daarvoor verzamelden zich dit jaar weer een vijftigtal standhouders, die het publiek maar al te graag over hun innovatieve oplossingen informeerden. “De VLARIO-dag is voor ons de perfecte biotoop”, onderstreepte Luc Van Dievoort van Sulzer Pumps tijdens de beurs. “Iedereen die we willen aanspreken – studiebureaus, intercommunales, drinkwatermaatschappijen, … – is hier aanwezig, en er is niemand te veel. Alle contacten zijn met andere woorden waardevol. De uitgelezen gelegenheid dus om onze versnijders voor uitdagende installaties zoals wegrestaurants en gevangenissen onder de aandacht te brengen.”

Ook voor Lithobeton is de VLARIO-dag een vaste afspraak, die dit jaar zelfs met een primeur gepaard ging. “De gloednieuwe LITHOCOAT buis voor DWA combineert alle voordelen van een betonbuis met een extra bescherming tegen zuren”, vertelde operations engineer Victor Bulcke. “Daartoe wordt elke buis machinaal van een epoxy-coating voorzien. De dikte en integriteit van de coating wordt met zowel een laser als een camera-inspectie gecontroleerd, zodat het resultaat gegarandeerd betrouwbaar is en de levensduur van de buis aanzienlijk verlengd wordt, zonder dat de plaatsing daardoor bemoeilijkt wordt. We willen het de aannemer immers zo gemakkelijk mogelijk maken.”

Nog een innovatie voor betonbuizen, en in het bijzonder voor de verbinding ervan, vonden bezoekers bij Martens Beton. “In het verleden hadden we voor een goede verbinding best veel rubber nodig,” gaf Peter-Paul Ooms toe, “maar daar hebben we nu komaf mee gemaakt. Onze nieuwe verbinding bestaat enkel nog uit een dunne rubberen ring in een betonnen groef. Die wordt ingesmeerd met vet, zodat de buizen eenvoudig over elkaar heen geschoven kunnen worden en er een solide glijverbinding ontstaat.”

Even verderop stond Philippe Segers als vertegenwoordiger van het B-rain Connect netwerk dan weer trots naast een levensgrote module van de B-rain Connect Straat. “De modules van 4 x 2 m zijn geschikt voor de aanleg van onder meer straten, parkeerplaatsen en fietspaden en fungeren als een soort collectieve regenwaterput, die via individuele regenwaterleidingen met de omliggende gebouwen verbonden wordt. Tegelijk zorgt het systeem voor extra buffercapaciteit voor piekbuien én vereenvoudigt het de werken aan zowel water- als elektriciteits- en andere nutsleidingen. Elke leiding heeft in de module immers zijn eigen plaats en is zonder breekwerken bereikbaar voor interventies.”

TEKST: ELISE NOYEZ

FOTO’S: VLARIO