DOSSIERS
Riorama 20 – december 2017
Vier jaar Rio-leren
In overleg met de sector creëerde de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) een benchmarkmodel waarmee gemeentelijke rioolbeheerders hun kostenefficiëntie in kaart kunnen brengen en vergelijken met die van anderen. Performanter worden op dat gebied kunnen ze vervolgens, desgewenst, door deel te nemen aan leertraject Rio-Leren.
In 2011 bracht de VMM de activiteiten inzake rioolbeheer in kaart aan de hand van financiële indicatoren. Ze groepeerde die in een benchmarkmodel. Jennifer D’Hondt, coördinatrice van Rio-Leren bij de VMM: “De rioolbeheerders rapporteren jaarlijks via een onlinerapporteringstool over de kosten die ze maakten per activiteit, en over hun kostendrijvers. Met deze gegevens worden de kostenefficiëntie-indicatoren jaarlijks berekend en bijgesteld. De indicatoren worden per gemeente berekend; ook wordt een gemiddelde berekend voor drie benchmarkgroepen, namelijk Vlaanderen, Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en Gemeentebesturen die het rioolbeheer in eigen beheer hebben.”
De resultaten van die berekeningen zijn een onderdeel van VMM’s jaarlijkse rapport ‘Kosten voor riolering’. Dat is te vinden op VMM’s website, bij ‘Publicaties’ (https://www.vmm.be/publicaties ).
Werkgroepen
Op basis van de resultaten in het rapport geeft de VMM elke gemeente een individuele terugkoppeling, aan de hand van een resultatenfiche. D’Hondt: “Op die fiche krijgt elke gemeente/rioolbeheerder z’n eigen indicatoren in vergelijking met deze van de drie benchmarkgroepen. Op die manier krijgen ze inzicht in de eigen kostenefficiëntie en kunnen ze, als ze dit wensen, actie ondernemen om hun kostenefficiëntie te optimaliseren. Iemand die veel hoger scoort dan gemiddeld, kan bijvoorbeeld zijn kostenstructuur eens in detail bekijken; iemand die veel lager scoort dan gemiddeld zou het activiteitenpakket eens kunnen bekijken. Wat de optimalisatie van de kostenefficiëntie betreft, bieden we sinds 2013 ondersteuning aan, namelijk via leertraject Rio-Leren. Daarbij worden, in werkgroepen, concrete onderwerpen besproken. Zo waren er in het verleden al rond straatkolkenreiniging, grondonderzoek, werftoezicht, en planning en budgetopmaak bij rioleringsprojecten. We bespraken er zaken als: welke activiteiten moeten minimaal worden uitgevoerd om goede kwaliteit te garanderen? Wat kost het? Hoe krijg je meer waar voor je geld? Enzovoorts.”
Zo komt de VMM tot tips en goede praktijken die ze verzamelt, noteert in een resultatenfiche, en ter beschikking stelt op www.vmm.be/rioleren . Een volgende werkgroep start midden 2018.
Interactief leertraject
Een werkgroep houdt drie tot vier vergaderingen, gespreid over ongeveer zeven maanden. Hoe het onderwerp concreet wordt ingevuld, wordt tijdens de eerste vergadering bepaald door de deelnemers. Voor ‘werftoezicht’, bijvoorbeeld, is door de leden van de werkgroep voorgesteld om een checklist te maken met de voornaamste taken van een werftoezichter. En voor ‘planning’ stelden ze voor om de vertragende factoren in de doorlooptijd van een rioleringsproject in kaart te brengen.
VMM stuurt een uitnodiging om, gratis, aan een werkgroep deel te nemen naar alle gemeentebesturen en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Doordat iedereen input levert vanuit z’n eigen gemeente of organisatie en ervaring, leren de deelnemers van mekaar. VMM zit voor en geeft input vanuit de eigen expertise. Overigens gebruikt VMM ook zelf input van de werkgroepen; die helpt namelijk het benchmarkmodel te evalueren en waar nodig aan te passen of uit te breiden.
Infomomenten
Rio-leren gaat verder dan werkgroepen. Zo organiseert de VMM ook infomomenten, waar ze toelichting geeft over onderwerpen die de sector aanbelangen. D’Hondt: “Zo zijn er al infomomenten geweest rond omgaan met archeologie bij rioleringsprojecten, efficiënt opmaken van bestekken, en geotechnisch en milieuhygiënisch grondonderzoek. Ook dat is gratis, en ook aan deze infomomenten kan iedereen deelnemen die in de sector actief is.”
Door Koen Vandepopuliere

